We rekenen uit hoeveel je nu iedere maand overhoudt en dat noemen we het leefgeld.
Om je te mogen helpen mag dat leefgeld niet boven een bepaald bedrag uitkomen.
Het leefgeld wordt als volgt bepaald: leefgeld = inkomsten – uitgaven.

Inkomsten

We kijken bij inkomsten o.a. naar:

• Salaris of uitkering
• Alimentatie
• Huurtoeslag
• Zorgtoeslag
• Kindgebonden budget
• Kostgeld

Kinderbijslag wordt niet meegerekend bij de inkomsten.
Mocht er een belangrijke wijziging zijn in je inkomenssituatie dan moet je dat zelf aan ons melden.

Uitgaven

We kijken bij uitgaven o.a. naar:

• Huur
• Energie + water
• Alimentatie
• Gemeentelijke belastingen (als deze niet kwijt gescholden zijn)
• Premies voor zorgverzekering en andere verzekeringen (WA-verzekering, inboedelverzekering, uitvaartverzekering, rechtsbijstandsverzekering e.d.)
• Aflossing schulden
• Persoonlijke uitgaven
  Dit zijn bijvoorbeeld zaken als: eigen risico zorgverzekering, kosten mobiele telefoon, kabel- en internetverbinding, zelfzorgmiddelen.
  Voor persoonlijke uitgaven rekenen we voor de aanvrager met € 175,00, voor een partner € 100,00, en voor een minderjarig kind en inwonend student € 60,00.

Maximum bedragen leefgeld

Afhankelijk van je gezinssituatie mag het leefgeld niet boven een bepaald bedrag uitkomen om in aanmerking te komen voor voedselhulp.
Momenteel geldt als basisbedrag € 325,00 en voor elke extra persoon wordt er € 120,00 bij opgeteld.
De tabel hieronder laat met een aantal voorbeelden zien hoe dat uitwerkt in de praktijk.